top of page

De oude vrouw en de wijze les

Het is dinsdagmorgen. Met de slaap nog in mijn ogen loop ik met zoonlief hand in hand naar de groentekraam. Kanonne, wat is het vroeg! Tja, wie de drukte voor wil zijn moet er wat voor overhebben. Als ik het zebrapad op loop, kruist mijn weg die van een vrouw. Ik schat haar op een jaar of 80. Ze zit in een rolstoel. De stoel wordt geduwd door haar kleindochter. Althans, dat denk ik. De oude vrouw kijkt van zoonlief naar mij en weer terug. Er vormen zich lachrimpeltjes rond haar ogen. ‘Ach meisje,’ zegt ze met een lach. Ik heb geen idee waar ze naar toe wil, we staan midden op een zebrapad en ik wil naar die stomme groentekraam. Anders was het vroege opstaan alsnog voor niets. Met een ‘goedemorgen!’ en een vriendelijk knikje probeer ik me er beleefd van af te maken. Ik wil doorlopen als de vrouw nog eens ‘ach meisje’ tegen me zegt. Ik kijk haar afwachtend aan. Mijn wenkbrauwen iets omhoog. ‘Wat ben je gezegend.’ Ik slik even. Oké, dat had ik dus niet verwacht. ‘Je bent rijk, besef je dat wel?’ Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen. ‘Ik had zo graag kinderen gewild,’ gaat de vrouw verder. Haar stem trilt. Na al die jaren klinkt nog het verdriet in haar woorden door. ‘Ze kwamen niet.’ Opeens voel ik me naar. ‘Wat erg voor u,’ stotter ik. ‘Ik ben kraamverzorgster geworden.’ Haar ogen glimmen bij die woorden. ‘Hoe kunt u dat nu doen?’ vraag ik verwonderd. ‘Dan wordt u toch juist telkens geconfronteerd met het gemis?’ De vrouw glimlacht. ‘Ik zag het als mijn roeping; helpen waar ik zelf ‘in gebreke bleef’’. Ik kijk naar haar. Naar het vriendelijke gezicht. De lachende ogen. Ondertussen zoek ik koortsig naar de juiste woorden. ‘Wat moedig van u,’ zeg ik ten slotte. ‘Dat heeft niets met moed te maken,’ antwoordt de vrouw. ‘Moed is de bereidheid de confrontatie met pijn en tegenslag aan te gaan en te doorstaan.’ Ze balt haar handen tot vuisten. ‘Ik was niet bereid, maar voelde me gedwongen. Het was een roeping, sterker dan ikzelf. En steeds kreeg ik de kracht om te doen wat ik moest doen.’ Ik weet niets anders te doen dan de vuisten van de vrouw vast te pakken. ‘Bedankt,’ zeg ik. Dan gaan we ieder ons weegs. Geen idee waar die weg haar zal brengen. Hoe lang haar weg überhaupt nog is. Geen idee waar de weg mij zal brengen. Ik pak het handje van mijn kleine man nog iets steviger vast. ‘Mama houdt van jou, hè jongen.’ Hij kijkt naar me op en lacht. Zijn blauwe ogen stralen. Plots besef ik het: ik bén gezegend.

Meet the parents

Getrouwd met de liefste | Trotse moeder van 2 | Schrijfster&Blogger | Communicatie&Design | Onderwijs | Perfectionist | Creatieveling | Leef(t) vanuit het hart!

Tweets
Recent Posts
Search By Tags
Er zijn nog geen tags.
bottom of page